Frenna laat pijn en vreugde horen
De carrière van rapper Frenna gaat als een speer met een hoge frequentie aan hitlijstnoteringen. Op zijn tweede soloalbum Francis heeft hij de tijd genomen voor wat meer zelfreflectie. “Ik wil niks verbergen, ik wil transparant zijn tegen de mensen.”
De als Francis Edusei geboren Hagenees kan terugkijken op een fantastisch jaar. Het album Reset The Levels III van zijn groep SFB (Strictly Family Business) knalde in mei op de eerste plek van de albumcharts binnen en heeft de lijst sindsdien niet verlaten. Los van SFB had Frenna dit najaar een nummer 1-hit te pakken met ‘Verleden Tijd’, een samenwerking met Lil Kleine, terwijl hij tegelijkertijd hoog in de hitlijsten genoteerd stond met ‘Culo’, een track met Bizzey, KM en Ramiks. Zonder af te remmen komt daar nu een nieuw soloalbum achteraan. We spreken Frenna in een restaurant op de 25e etage van een flatgebouw dat over het centrum van Den Haag uitkijkt. “Ik woon hier letterlijk om de hoek, dus ik dacht: ik hou m’n slippers gewoon aan!”, grapt Frenna als hij binnen komt sloffen. “Maar ze passen wel bij de rest van de outfit.”
Frenna is wanneer hij met Metro aan tafel zit nog bezig om de laatste hand aan de het album te leggen. “De tracklist is alweer veranderd”, zegt hij. Zowel de voorganger Geen Oog Dichtgedaan uit 2016 als het samenwerkingsproject We Don’t Stop met producer Diquenza uit 2017 wisten de top 3 te bereiken en staan nog steeds in de lijst van bestverkopende albums. Francisis in zijn optiek zo speciaal dat het album zijn voornaam mag dragen. “Alle tracks hebben een soort waarheid achter zich”, vertelt hij over de teksten op Francis. Een ex-vriendin inspireerde hem om nog persoonlijker te zijn in zijn nummers. “Ze was ooit boos op mij en ze zei: ‘Iedereen kent je als Frenna, maar niemand weet wie Francis is. Niemand gaat je echt leren kennen.’ Toen dacht ik: laat ik mezelf echt voorstellen.”
Pijn en vreugde
Hij geeft aan dat het niet zozeer zijn doel was om hits te maken, maar om ongefilterd zijn verhaal te vertellen. “Ik maak meestal feestnummers, maar dit zijn echte life stories. Daarom heet het album Francis. Het staat zo dichtbij me en het is zo persoonlijk. Alles van me zit erin, zowel de positieve als negatieve dingen.” Hij deinst er niet voor terug om alles naar buiten te brengen. “Mensen weten bijna alles al en ze komen altijd achter alles. Ik heb het gevoel dat als ik opener ben in tracks, als je mijn pijn en mijn vreugde kunt horen, dat de tracks harder gaan, omdat het echt is. Mensen kunnen zich daarin vinden en ik help mensen ermee die zich herkennen in mijn problemen.”
Een van de meest bijzondere nummers is op het album een bewerking van de Bløf-hit ‘Harder Dan Ik Hebben Kan’ uit 1999, met medewerking van de band zelf. “Ik heb die poekoe veranderd in iets positiefs”, licht Frenna toe. Hij was dolblij toen hij hoorde dat Bløf-zanger Paskal Jakobsen erop mee wilde meezingen. “Ik had het niet verwacht. Ik dacht; ik ga het gewoon proberen! Ik denk de laatste tijd dat God met mij is of zo.” Niet alleen dat, Francis is ook het eerste album dat verschijnt onder zijn eigen platenlabel 777. “Dan verdien ik gewoon meer”, lacht hij. Toch blijft hij verbonden aan zijn huidige label Top Notch. “Ik heb van mijn platenbaas mijn partner gemaakt”, zegt hij over Top Notch-baas Kees de Koning. “Kees is iemand waar ik echt naar opkijk. Ik leer veel van hem. Vooral zakendoen.”
Negatieve hypes
Het komt niet vaak meer voor dat Frenna interviews doet. Hij verwijt de media dat ze er vaak op uit zijn om urbanartiesten negatief in het nieuws te brengen. “Toen The Box en TMF verdwenen, was een stukje van onze cultuur weg. De urbancultuur. We moeten beter omgaan met platforms als dat. Ik vind dat we niet op alle negatieve hypes moeten springen of negatief moeten berichten over mensen in de urbanscene. Mensen die niet in die scene zitten, kijken ook. Sommige clubs in Amsterdam willen daarom geen urbanartiesten boeken. Het gebeurt nog steeds als er iets negatiefs gebeurt. Dan hypen ze het zo erg en maken een verhaal langer dan het is. Ze spelen het spel mee.”
Interviews zijn voor Frenna een noodzakelijk kwaad, omdat hij vindt dat hij in zijn tracks al voldoende verantwoording aflegt zonder dat achteraf nog eens uit te leggen op radio en televisie. “Het rondje maken dat artiesten maken, vind ik niks. Nederland is zó klein, ik heb alles al tig keer gezien. Als ik iets doe, moet het speciaal zijn. Waarom Metro wel? Toen ik naar school ging, las ik het in de tram. Daarom wilde ik het echt doen. Het bracht herinneren boven. Ik ben ook heel bijgelovig: dit is teken.”