U2 slaat fans met actualiteit om de oren
Een concert van U2 is een samenspel van iconische popsongs, visuele pracht en politiekgeëngageerde boodschappen. De Ieren maken in de Ziggo Dome zonder schroom duidelijk waar ze voor staan.
De huidige Experience + Innocence Tour, waarbij U2 tweemaal de Ziggo Dome aandoet, is een rechtstreeks vervolg op de Innocence + Experience Tour waarmee de band drie jaar geleden vier keer de Ziggo Dome voltrok. Los van het feit dat een aantal (overigens erg sterke) nummers van het laatste album een prominente rol speelt in deze show, zijn er enkele opmerkelijke verschillen ten opzichte van toen.
Wederom vertelt U2 tijdens deze tournee het verhaal van hoe vier Ierse jongens de wereld van de rock-‘n’-roll betreden en door vallen en opstaan het punt bereiken waar ze nu zijn. Waar Bono en zijn vrinden dat verhaal drie jaar geleden op een relatief ingetogen, haast bescheiden manier deden, bedient het kwartet zich ditmaal van potsierlijke metaforen. Zo worden de heren in een fraaie animatie afgebeeld als superhelden, wiens hoogmoed net zo wordt afgestraft als in de mythe van Icarus.
Hitler
De subtiliteit wordt bij aanvang al uit het raam gesmeten, want gedurende de opening van het concert ziet het publiek Charlie Chaplins historische monoloog uit de filmklassieker The Great Dictator, waarin hij in 1940 Hitler te kakken zette, versneden met actuele beelden van onder meer Trump, Poetin en Erdogan. Later, bij ‘Summer Of Love’, worden beelden van vluchtelingen op bootjes getoond en tijdens ‘Pride (In The Name Of Love)’ fragmenten van recente rellen en gewelddadige protesten.
Bono staat op de zeepkist en vinkt zoveel mogelijk mensenrechtenkwesties af als hij kan in een tweeënhalf uur durende rockshow. In de vorm van zijn duivelse alter ego MacPhisto, die na 25 jaar zijn terugkeer maakt bij een U2-tournee, bespot Bono het ideaal van een verenigd Europa, om zijn betoog af te sluiten met de onheilspellende woorden: “Wanneer je niet in mij gelooft, is wanneer ik mijn werk het beste uitvoer.”
Het grote gebaar
Waar U2 drie jaar geleden nog een nagenoeg perfecte stadionshow neerzette door op een oprechte en openhartige manier zijn oeuvre uit te lichten, maakt ‘the greatest rockband from the north side of Dublin’ ditmaal een karikatuur van zichzelf met hoogdravende beeldspraak en grote gebaren. Zo wordt de betekenis van ‘New Years Day’ verbogen zodat het een pro-Europa-boodschap wordt – met de vlag van de Europese Unie prominent op de achtergrond. Dit alles overschaduwt de beschouwende verhaallijn van Bono van co., die op zichzelf al tot een episch drama verheven wordt.
Toch komt U2 met dit alles weg vanwege het simpele feit dat het een fantastische liveband is. The Edge speelt de sterren van de hemel en het ritmetandem bestaande uit Adam Clayton en Larry Mullen vormt een geoliede machine. Bono heeft wel eens beter gezongen, al is hij nog altijd een onvolprezen showman. We zien U2 op zijn best wanneer de band teruggaat naar de vroege jaren ’80, met ‘I Will Follow’ en ‘Gloria’, hoewel hetzelfde venijn ook in ‘Vertigo’ terug te horen is. De mannen van U2 hoeven niet pompeus te doen om hun punt te maken, maar ze kunnen het niet laten.