Frontman Editors wilde geen zanger worden
Avond aan avond staat Editors voor uitverkochte zalen, al was het nooit de ambitie van frontman Tom Smith om het podium te beklimmen. „Ik heb me nooit een superster gevoeld.”
Vanwege zijn markante, bezwerende stemgeluid en overtuigende podiumpresentatie zou je denken dat Tom Smith een geboren showman is, maar niks is minder waar. „In het begin had ik er moeite mee, want ik was nogal verlegen en onzeker”, zegt de zanger, terugkijkend op de eerste optredens van Editors. „Ik ben niet iemand die ervan droomde om als Freddie Mercury op de bühne te staan. Ik wilde niet eens zanger worden, maar gewoon met mijn vrienden in een ruimte zitten om liedjes te maken en doen alsof we Radiohead waren.”
De gestage groei in bekendheid heeft er volgens Smith voor gezorgd dat de bandleden met hun voeten op de grond zijn blijven staan. „We zijn nooit de band geweest waarover geschreven werd. Het past wel bij ons om in de schaduw van anderen te staan. Dat komt denk ik ook omdat we, voor mijn gevoel althans, nog niet ons definitieve album hebben gemaakt. In het geval van Franz Ferdinand is hun debuutalbum misschien wel hun beste plaat. Bij Editors heeft ieder land in Europa weer een andere voorkeur voor een bepaald album. Onze eerste twee platen deden het vooral goed in Groot-Brittannië, maar zeker niet overal.”
Smith beschrijft hoe zijn vriend Gary Lightbody van Snow Patrol wel van de ene op de andere dag een superster werd vanwege een toevalstreffer. „Dat is een onwennige positie. Snow Patrol had een enorme wereldhit te pakken en speelde op basis van dat nummer alleen ineens arena’s plat.” Lightbody liet tijdens een interview rondom Snow Patrols meest recente album weten dat die plotselinge roem inderdaad zijn tol had geëist. „Je moet er enerzijds dankbaar voor zijn dat je een liedje hebt geschreven dat zoveel betekent voor mensen, al moet je je daardoor niet gek laten maken”, reageert Smith peinzend. „Wij hebben altijd in de schaduw geopereerd en dat mystieke karakter heeft ons enorm geholpen.”
Feestelijk
Het feit dat Editors dertien jaar na het debuutalbum The Back Room nog steeds zo geliefd is, wijt de bedachtzame frontman grotendeels aan hun livereputatie. „De laatste jaren zijn het vooral de festivalshows die zorgen voor een aanhoudende interesse. Dat, terwijl veel mensen Editors beschouwen als een bandje met grauwe muziek. Een voor de handliggende gedachte, prima. Terwijl, als je ons op festivals meemaakt, je ziet dat onze shows juist best feestelijk en euforisch zijn. Onze muziek wordt bijvoorbeeld in Frankrijk heel anders ervaren dan elders omdat het daar veel langer duurde voordat mensen op onze shows afkwamen.”
„Bij ons is er een geslaagde balans tussen onze kunstzinnige kant en de wat commerciëlere popliedjes. Ik vind ze allebei even tof”, zegt Smith over het repertoire van zijn band. „Voor veel mensen is ons derde album, In This Light And On This Evening, de lastigste om doorheen te komen, omdat onze donkere kant daarop heel prominent aanwezig is. Ik vind dat zelf een fantastisch album. Tegelijkertijd staat daar wel weer Papillon op, een van onze visitekaartjes. Je moet proberen om altijd van dat soort liedjes op je plaat te hebben, want daardoor blijven mensen geïnteresseerd. We willen geen ouwelullenband worden die alleen nog integraal zijn eerste album speelt. We streven er voortdurend naar om nieuwe dingen te maken.”
Pieken en dalen
Hoe graag Smith ook op het podium staat, hij moet erkennen dat optreden voor duizenden mensen een vreemde gewaarwording is. „Je kunt geen grote hoogtes bereiken als je niet ook door diepe dalen gaat. Na een uitzinnige show kan ik meestal niet fatsoenlijk slapen. Ik neem dan een paar drankjes en daarna probeer ik een douche te vinden.” Tegelijkertijd vindt hij het niet erg om mensen in het publiek te zien die bewegingloos, met hun armen over elkaar, van de muziek staan te genieten. „Zo ben ik zelf ook. Als ik mijn favoriete bands zie, sta ik meestal gewoon te janken. Ik ga niet als een idioot op en neer springen omdat Michael Stipe (zanger van R.E.M., red.) dat wil.”
De reacties op het dit voorjaar verschenen album Violence waren volgens Smith ‘zoals altijd, een mix van positief, negatief en kleinerend.’ Hij haalt zijn schouders op. „De voornaamste reden dat Editors nog bestaat, is omdat het ons geen reet kan schelen wat mensen. die de onze band toch niet leuk vinden, over ons zeggen. We houden ons hoofd koel en we spelen lekker de liedjes die we zelf willen horen. Natuurlijk komen de hits voorbij, het is ook niet dat we er tig hebben, zoals Coldplay. Dat is anders. Dus we beginnen onze show gewoon met een nummer dat je niet kent.”