Kensington gaat voor episch in de Arena
Eigenlijk kun je als succesvolle band in Nederland niet veel groter gaan dan het vullen van de Johan Cruijff Arena. Is het optreden van Kensington aldaar het hoogst haalbare voor het kwartet of slechts een volgende stap in het grote masterplan?
De meeslepende rockmuziek van Kensington werd eerder al omschreven als stadionrock, maar nu staan de heren dan ook eindelijk in een voetbalstadion. Een prestatie die alleen voor de echte toplaag van de Nederlandse artiesten is weggelegd. Komen de nummers van de band in zo’n kolossaal stadion net zo goed tot hun recht als de genre-aanduiding doet vermoeden? Ja, overwegend wel.
Vooral bij de grootse meezingmomenten laat Kensington zijn spierballen zien. Zo worden de hits War en Streets voluit meegebruld door vijftigduizend kelen, terwijl het massale meeklappen op de maat van Riddles enigszins doet terugdenken aan het legendarische optreden van Queen op Live Aid, deze maand alweer 33 jaar geleden.
Het zijn vooral de laatste driekwartier die als een overwinning aanvoelen, na wat worstelingen eerder op de avond. Het grootste obstakel is het geluid in de Arena. De natuurlijke galm in het thuishonk van Ajax werkt prima voor de uitbundige call-and-response-hitrefreinen van Kensington, al vormt het de nummers waarbij de band meer op zijn muzikale virtuositeit leunt om tot een modderige brij. Er wordt door het publiek wat lauwtjes gereageerd op een handvol stevigere albumtracks, hoe overtuigend ze ook gebracht worden.
Toch laat Kensington er niks aan gelegen om er een memorabele van avond te maken. Zanger Eloi Youssef heeft zijn familie uit Egypte laten overvliegen om hier getuige van te zijn. De frontman kijkt tevreden de zaal in en is voor zijn doen bijzonder spraakzaam. Gitarist Casper Starreveld zet het publiek aan tot een gebroederlijke sitdown. “Dit is het meest epische rockmoment in de Nederlandse geschiedenis!”, roept hij. Voor minder dan episch doet Kensington het niet.