True Selfie: jongeren filmen hun eigen depressie
Metro volgt tot en met 7 mei de #trueselfie-weken van de NPO. In deze aflevering: een BNNVARA-serie die daadwerkelijk True Selfie heet. Metro bekeek alvast aflevering 1.
Madelief (21) filmt zichzelf al fietsend, zich moed in pratend dat ze veilig thuiskomt. De tranen stromen over haar wangen. Eerder liep ze nog een hersenschudding op, omdat ze bij erge stress met haar hoofd tegen een muur bonkt. Het ging ‘even te heftig’. Gek? Nou, nee. Niet als je luistert naar wat haar als kind jarenlang is overkomen.
Het is zó vermoeiend
En zo heb je ook Leon, Zoë, Arianne, Hillel, Bryan, Luna en Lars. Acht jongeren die kampen met depressiviteit en zichzelf tijdenlang filmden voor True Selfie (vanaf dinsdag 10 april wekelijks om 21.55 uur op NPO 3).
Als kijker van True Selfie (goeie titel!) kunnen we de jongeren leren te begrijpen. Wat dat schort er vaak nogal aan. Zoë zegt daarover: „Het is zó vermoeiend als niemand je snapt. Dat is echt echt kut.”
Nog een schrijnend voorbeeld van iemand die – heel moedig – een blik in zijn donkere levensperiode biedt: Leon. Hij heeft PTTS (een post traumatische stress-stoornis na vier jaar lang fysiek en verbaal pesten) en een burn-out. „Vertel in een paar zinnen wat je mankeert”, zegt hij in zijn eigen camera. „Alsof dat fucking kan in een paar zinnen.” Hij zit op z’n kamer en blowt er op los. Leons vader vindt dat hij maar eens uit z’n stoel moet komen. Al is het om naar ‘het bruggetje’ te lopen en weer terug.
Zwartste dagen
Een keer per week komen de jongeren, onder begeleiding van psycholoog Erik, bij elkaar. Dit wordt wel door cameramensen gefilmd. Ze vinden het samen zijn héél erg spannend. Pfff, de verhalen zijn er heftig. Hillel bijvoorbeeld, vertelt er dat hij op zijn zwartste dagen het liefst voor de trein wil springen. „Ik denk dat ik het alleen niet doe, omdat ik dan van mezelf verloren heb.” Voorlopig doet hij mee aan het programma: „Ik hoop dat True Selfie me kan helpen.”
Serieuze ziekte
Gelukkig maar. Misschien moeten we hem en de andere zeven een beetje steunen. Dat kan in ieder geval door hen te begrijpen en te snappen dat depressiviteit een serieuze ziekte is. Ik ben benieuwd naar de volgende keer. In de aftiteling vertelt Zoë namelijk dat als ze vertelt wat ze heeft, anderen altijd direct over zichzelf beginnen. Misschien ligt daar wel een groot deel van het probleem voor deze jongeren.
Zelf willen ze het liefst alles doen om van hun depressiviteit af te komen. Maar hoe!? Eén van de jongeren zegt typerend: „Als je dingen in je hoofd hoort, kun je niet even een kamer uitlopen om het niet meer te horen.”