Titels van Thomas: SuperOlcay, boeddhisme en drank
Om de vrijdag schrijft auteur Thomas Heerma van Voss op deze plaats over pas verschenen boeken. Wat hem opvalt, wat hem bijblijft, wat hem raakt. En wat uw aandacht verdient.
Olcay Gulsen en Karin Kuijpers – SuperOlcay
Kan iemand mij vertellen wat een ‘ultieme girlboss’ is? De woorden staan voorop SuperOlcay, een boek dat op maat gesneden lijkt voor een specifieke doelgroep: jonge, trendgevoelige vrouwen die dromen van een eigen onderneming. En wie is de girlboss om wie het allemaal draait? Olcay Gulsen (1980, Waalwijk), vooral bekend van haar internationale modelabel SuperTrash. Haar adviezen aan jonge ondernemers: een eigen niche bedenken, van twijfels je kracht maken, lef tonen. Het wordt allemaal vlot verteld, maar helaas: verrassend of inzichtelijk wordt het boek nergens, sterker nog, de toon krijgt algauw iets vermoeiend ‘zelf-feliciterends.’ Dieptepunt: de uitgeschreven interviews waarin Gulsens collega’s en zelfs haar zus allemaal in waarderende adjectieven mogen zeggen wat haar ‘grote kracht’ is. Tja, waarom gaat het geen moment over de grootste zwaktes? Valt daar niet meer uit te leren? Misschien had daarmee voorkomen kunnen worden dat SuperTrash vier dagen na de verschijning van dit boek failliet ging. Maar op de vraag hoe dat kon gebeuren vind je in dit boek helaas nog niet het begin van een antwoord. En wat een ‘ultieme girlboss’ is weet ik ook nog steeds niet.
Robert Wright – Waarom boeddhisme werkt
Mijn vriendin zegt weleens dat ik rustiger moet ademen. Ik zeg ja, maar verander niets. Een houding die de veelgeprezen Amerikaanse psycholoog Robert Wright zou afkeuren. In zijn fascinerende non-fictiewerk Waarom boeddhisme werkt analyseert hij de menselijke natuur en geeft tips om gewoontes te doorbreken. En vooral beschrijft hij hoe we van bepaalde emoties die vroeger nuttig waren, zoals woede en hebzucht, tegenwoordig vooral last hebben. Hoe we ze de baas kunnen worden met kalmerende technieken. Verwacht geen zweverig of clichématig zelfhulpboek, laat je niet afschrikken door dat woord ‘boeddhisme’. Dit persoonlijke, virtuoos geschreven werk gaat in essentie over meditatie, over de manieren waarop stress het dagelijks leven in sluipt en hoe je die vervolgens kunt temmen. Na dit boek kon ik alleen maar denken: ja, zo zit het, dit klopt. Ik moet inderdaad iets veranderen.
Henk van Straten – Berichten uit het tussenhuisje
Drank, Tinder-dates en inwisselbare seks. Zo zag het leven van Henk van Straten (1980) eruit nadat hij was weggegaan bij zijn vrouw. Je kunt je afvragen of dat het publiek iets aangaat, maar er valt niet omheen te lezen: in Berichten uit het tussenhuisje bedient Van Straten – die eerder vooral fictie uitbracht – zich van onvervalste, min of meer plotloze non-fictie. Het is een dagboekachtig geheel geworden, met rauwe, sfeervolle hoofdstukken en vol oog voor tragiek. Helaas heeft Van Straten de neiging zijn emoties soms nogal vet aan te zetten, op het potsierlijke af: dan is hij ‘zo melancholiek dat ik duisternis leek uit te ademen’, of gaat het over de ‘de withete kern van melancholie’, ‘de dansende geest van wie wij ooit waren’, ‘het bloed dat stroomt uit al de kleine sneetjes in onze ziel’, enzovoorts. Alsof Van Straten vreesde dat zijn verdriet niet helemaal overkwam en het drama nog maar wat opvoerde. Voor mij maakte het de situaties alleen maar minder schrijnend. Want steeds werd me verteld wat ik moet voelen, zo nadrukkelijk dat het me uiteindelijk weinig meer deed.