Nieuwe boeken: Trainspotting in de Hollandse polder
Elke twee weken schrijft auteur Thomas Heerma van Voss op deze plaats over pas verschenen boeken. Wat hem opvalt, wat hem bijblijft, wat hem raakt. En wat uw aandacht verdient.
Freek van Kraaikamp – Elitepauper
Over de Nederlandse literatuur wordt weleens gezegd dat die vol zit met introverte, welgestelde hoofdpersonen. Enter Freek van Kraaikamp. In zijn debuut Elitepauper draait het om een jongen die doordeweeks keurig miljoenenvermogens beheert voor een gevestigd bedrijf, maar pas in het weekend opleeft. Dan komt hij met De Jongens van zijn tribune bij elkaar om een voetbalwedstrijd te bekijken. Het gaat niet om het spel (‘Eigenlijk haat ik voetbal’), het gaat om alles eromheen. De rituelen, de scheldwoorden, de vechtpartijen – dat zijn de momenten waarop werkelijk wordt geleefd. Van Kraaikamp beschrijft het allemaal lekker filmachtig, Elitepauper is een soort poldercombinatie van Trainspotting en Hooligans, vol vaart en met komische terzijdes. Soms voelen de beschrijvingen wat herhalend aan, en nee, echt diepgaand wordt het zelden. Maar Van Kraaikamp hield mijn aandacht moeiteloos vast en leerde me in dit debuut, vrij zeldzaam, een wereld kennen waar ik gewoonlijk nooit over lees.
Hester Carvalho – Paradiso, 50 jaar
Als er een poppodium in Nederland een geschiedenisboek verdient, is het Paradiso: die intieme, Amsterdamse zaal waar de afgelopen decennia de grootste popsterren stonden. Amy Winehouse, Prince, U2, ga zo maar door. Aan de hand van vijftig ‘legendarische concerten’ geeft NRC-journaliste Hester Carvalho de geschiedenis van Paradiso aangenaam anekdotisch weer: ooit was het een ‘ontmoetingsplaats voor vrijbuiters en activisten’, inmiddels is het een prestigieus decor voor monumentale optredens. Helaas is het soms wel voelbaar dat Carvalho niet met alle beschreven muzikanten evenveel affiniteit heeft. En dat ze vanzelfsprekend niet overal bij was. Sommige stukken doen daardoor wat aan als bijeengeraapte Wikipedia-pagina’s en veredelde ooggetuigenverslagen van derden. Erg? Niet zodra je beseft dat dit geen boek is om van A tot Z te lezen. Paradiso, 50 jaar is vooral een prettig vormgeven overzichtswerk dat je af en toe uit de kast kunt trekken. En dan doet beseffen hoe veel mooie verhalen bij dit podium horen. Op naar de 100 jaar.
Peter Zantingh – Na Mattias
In de roman Na Mattias draait het om iemand die er niet meer is. Aan het woord komen Mattias’ geliefde, enkele familieleden, vrienden, maar ook mensen die in directe zin niets met hem te maken hadden. Dat laatste is slim gevonden van Peter Zantingh (1983) – die eerder al twee romans schreef – omdat Na Mattias zo meer biedt dan aanvankelijk het geval lijkt. Ja, de kern is Mattias, een muziekverslaafde, levenslustige jongen die plotseling (en gruwelijk) om het leven is gekomen. Maar de verhalen om die kern heen gaan verder dan de voorspelbare rouw of het verdrietige terugdenken. De roman zit al met al vrij ingenieus in elkaar, bij tij den wijle helaas iets té ingenieus en toevallig – plus, onvermijdelijk bij een aanpak is als deze: niet elk perspectief is even boeiend, het kostte me soms ook moeite om met de zoveelste verteller mee te gaan. Maar verder lezen wordt uiteindelijk wel beloond. Peter Zantingh schrijft namelijk behendig om al te grote sentimentaliteit heen, zijn toon heeft iets dwingends en onverwacht gevoeligs. Het resultaat: een kleine, toegankelijke en tedere mozaïekroman.