Derk Bolt (Spoorloos) over doodsangst bij ontvoering
Spoorloos-presentator Derk Bolt en zijn vaste cameraman Eus Follender werden in juni vorig jaar ontvoerd door een Colombiaanse guerillabeweging en vijf dagen vastgehouden in een jungle. Bolt (62) tekende zijn verhaal op in het boek Ontvoerd – Het Complete Verhaal dat vandaag verschijnt.
Je bent ontvoerd en hebt in doodsangst gezeten. Toch kijk je in je boek vrij nuchter tegen de hele episode aan.
Ik ben ook nuchter. Dingen die gebeurd zijn, zijn wat mij betreft voltooid verleden. Die moet je accepteren en verwerken. Dat kost tijd, maar daar heb ik vrienden en familieleden voor. Ik voel niet de behoefte om te analyseren of zo.
Geen psycholoog voor jou dus?
Nee, nee, nee. Daar ben ik ooit eens één keer, vanwege iets heel anders, geweest en toen heb ik hard gelachen. Niets voor mij.
Jullie waren voor een Spoorloos-item in Norte de Santander, een Colombiaanse regio waar je volgens experts beter niet kunt komen. Waarom gingen jullie daar toch heen?
Bij de politie, het leger, chauffeurs en de autoverhuurder: we hadden op alle fronten nagevraagd hoe de veiligheidssituatie daar was. Er was niemand die helder zei: dat moet je niet doen. De laatste ontvoering daar dateerde bovendien van een jaar eerder.
Wisten jullie meteen wat er aan de hand was toen jullie werden meegenomen?
Eerst dachten we dat het krankzinnigen waren die ons meenamen. Tot het woord guerilla viel, wisten we hoe laat het was.
Wanneer vreesde je het meest voor je leven?
Ik kende ELN, de guerillabeweging die ons ontvoerd heeft, niet zo goed als de FARC maar ik wist wel dat ze in staat zijn om rücksichtlos te doden. Ik vroeg de commandant op de man af of ze ons gingen doodschieten. Hij zei dat ze dat niet gingen doen. Later dacht ik: het zijn guerilla’s, wat is hun woord waard? Toch ebde de angst even weg. Die kwam terug toen we midden in de jungle zaten. We werden opgejaagd door het leger, dat op zoek was door ons, en door onze ontvoerders die met een noodgang door die aardedonkere jungle lopen. Daar heb je geen nekschot nodig om aan je eind te komen. Het was voortdurend uitglijden, vallen, takken en lianen vastpakken nét niet in afgronden vallen. Ik zei: schiet mij maar dood, ik ga dit toch nooit overleven. ‘Niet zo mekkeren’, was het commentaar. Krankzinnig was het. Bij een val brak ik iets in mijn ribbenkast, dat bleken later in Nederland vijf ribben te zijn geweest.
Wist je wat ze met jullie van plan waren?
We probeerden informatie in te winnen bij de ontvoerders, maar die zeiden niks. Uiteindelijk kwam een commandant ons vertellen dat we naar een soort safe house gebracht zouden worden. Dat was heel saai. Maar gelukkig was er veel voetbal en zagen we programma’s waarin het over onze ontvoering ging. Uiteindelijk waren we daar twee dagen en hoorden we dat we vrijgelaten zouden worden.
Hoe was dat?
Ik ging uit mijn dak en maakte grappen. Tegen onze commandant zei ik: ‘Ik kom nog wel een keer bij je langs voor een biertje. Hebben we het er nog eens over, gezellig’. ‘Je bent van harte welkom’, zei-ie. Vervolgens werd ik acht uur in een jeep heen-en-weer-geschud met mijn vijf gebroken ribben. Op een gegeven moment was ik zo uitgeput – we hadden twee dagen niet geslapen – dat ik buiten mezelf trad. Ik hoorde mezelf raaskallend en grappen makend mijn verhaal tegen iedereen vertellen. Daarna viel ik in diepe slaap.
In de laatste alinea van je boek zijn er tranen, waarbij je schrijft dat dat een geruststellende gedachte is. Wat bedoel je daarmee?
Ik ben met schrijven begonnen nadat ik een dagboekje had gelezen dat mijn ex had bijgehouden over die vijf dagen dat ik ontvoerd was. Het drong tot me door dat het zware dagen zijn geweest voor mijn kinderen en ouders. Psychisch misschien nog wel zwaarder dan voor ons. Wij wisten dat we niet dood in een put waren gegooid, thuis moesten ze er maar naar gissen wat er met ons gebeurd was. Dat heeft mij zeer geraakt. Het klinkt een beetje jezusachtig, maar ik vind het vooral verdrietig om dierbaren verdrietig te zien. Met ‘geruststellende gedachte’ bedoel ik dat ik niet zo emotieloos ben als ik soms denk.
Hoe gaat het met Eus?
Die heeft het moeilijker gehad dan ik, ook omdat hij een vrouw en een klein kind heeft. Het heeft veel leed veroorzaakt en daar moesten ze met z’n drieën uitkomen. Eus is filosofisch ingesteld, heeft de neiging wat dieper na te denken dan ik. Dat heb ik hem altijd afgeraden, zodra je dieper gaat nadenken verlaat je de oppervlakte en is het lastiger ademhalen. Je kunt beter een beetje bovenin blijven. Inmiddels gaat het goed met hem. We zijn ook alweer in Colombia geweest. Een fantastisch land, nog steeds.
Ontvoerd – Het Complete Verhaal (17,50 euro) is verschenen bij Uitgeverij De Kring.