Lees de nieuwe Karin Slaughter hier als eerste
Exclusief in Metro, de opening van thriller Goede dochter, het nieuwe bloedstollende meesterwerk van de Queen of Crime. Goede dochter is vanaf nu verkrijgbaar, nadat de Amerikaanse Slaughter de afgelopen week een tour door Nederland maakte, het land met haar trouwste fans.
Het verhaal
Achtentwintig jaar geleden: het zorgeloze leven van zusjes Charlotte en Samantha Quinn en hun ouders wordt wreed verstoord door een gruwelijke aanslag. Hun moeder verliest daarbij het leven en hun vader wordt nooit meer de oude. Achtentwintig jaar later: Charlotte – de klassieke ‘goede dochter’ – is advocaat geworden, in de voetsporen van haar vader. Dan is ze getuige van een nieuwe aanslag, en de details van het misdrijf halen de herinneringen naar boven die ze zo lang heeft geprobeerd te onderdrukken. Want de schokkende waarheid wil niet langer begraven blijven.
Tekst exclusief
‘Samantha?’ riep Gamma.
Samantha fronste haar voorhoofd. Ze keerde zich naar de deuropening toe. Haar moeder noemde haar nooit bij haar volledige naam. Zelfs Charlotte moest het ontgelden en werd Charlie genoemd. Volgens Gamma zouden ze haar ooit dankbaar zijn omdat ze met hun afgekorte namen eerder voor vol aangezien zouden worden. Zelf had ze door met Harry te ondertekenen meer artikelen gepubliceerd gekregen en fondsen verworven dan het geval zou zijn geweest als ze met Harriet had ondertekend.
‘Samantha.’ Gamma klonk kil, alsof ze haar waarschuwde. ‘Zorg dat de kraan goed dicht zit en kom snel naar de keuken.’ Samantha keek achterom, alsof haar spiegelbeeld kon uitleggen wat er aan de hand was. Zo sprak hun moeder nooit tegen hen. Zelfs niet als ze het verschil uitlegde tussen de hendel van een Marcelkrultang en haar eigen krultang met veerklem. Zonder nadenken reikte Samantha naar de wasbak en sloeg haar hand om het hamertje. Met het stuk gereedschap achter haar rug liep ze de lange gang door naar de keuken.
Diepe kuch
Alle lampen brandden. Buiten was het inmiddels donker. In gedachten zag ze haar hardloopschoenen naast die van Charlotte op het stoepje bij de keukendeur staan, en ook het estafettestokje dat ergens in de tuin moest liggen. De keukentafel met de papieren borden. Plastic vorken en messen. Er klonk een diepe kuch, als van een man. Maar misschien was het Gamma, want die hoestte de laatste tijd ook zo, alsof de rook van de brand op de een of andere manier haar longen was binnengedrongen. Weer die kuch.
Samantha’s nekharen gingen overeind staan. De achterdeur was aan de andere kant van de gang, en een kring van gedempt licht omgaf het matglas. Samantha keek even achterom terwijl ze door de gang liep. Ze zag de deurknop. Ze verbeeldde zich dat ze die omdraaide, ook al liep ze ervandaan. Bij elke stap die ze zette, vroeg ze zich af of ze zich dingen verbeeldde of zich zorgen moest maken, of misschien was het een grap, want vroeger hield haar moeder hen altijd graag voor de gek. Dan plakte ze wiebelogen op de melkkan in de koelkast of ze schreef ‘Help! Ik zit vast in een toiletpapierfabriek!’ op de binnenkant van de wc-rol.
Pistool in de la
Er was maar één telefoon in het huis, het kiesschijfapparaat in de keuken. Haar vaders pistool lag in de keukenla. De kogels zaten ergens in een kartonnen doos. Charlotte zou haar uitlachen als ze de hamer zag. Samantha schoof hem achter in haar hardloopshorts. Het metaal voelde koud tegen haar rug, en de natte steel was net een omkrullende tong. Ze trok haar shirt over de hamer en liep de keuken in. Haar hele lichaam verstijfde.
In de keuken stonden twee mannen. Ze stonken naar zweet en bier en nicotine. Ze hadden zwarte handschoenen aan. Hun gezichten gingen schuil achter zwarte bivakmutsen. Samantha opende haar mond. De lucht had zich als met watten verdicht en sloot haar keel af. De een was een stuk langer dan de ander, die weer steviger gebouwd was. De kleine droeg een spijkerbroek en een zwart overhemd. De lange had een verschoten wit concert-t-shirt aan, een spijkerbroek en hoge blauwe basketbalschoenen met losse rode veters. De kleine leek gevaarlijker, maar dat was slechts een gevoel, want het enige wat Samantha zag achter de bivakmutsen, waren hun ogen en mond. Niet dat ze naar hun ogen keek.
De Lange had een revolver. Zwarthemd had een geweer, dat hij op Gamma’s hoofd hield gericht. Ze had haar handen in de lucht. ‘Het komt goed,’ zei ze tegen Samantha.‘ Nee, echt niet.’ Zwarthemds stem klonk gruizig als de staart van een ratelslang. ‘Wie is er nog meer in het huis?’
Gamma schudde haar hoofd. ‘Niemand.’ ‘Niet liegen, bitch.’ Er klonk getik. Charlotte zat aan tafel en trilde zo hevig dat de poten van haar stoel als een hondenstaart tegen de vloer sloegen.
Houten hamersteel
Samantha keek de gang weer in, naar de deur, naar de vage lichtkring. ‘Kom.’ De man met de blauwe basketbalschoenen gebaarde dat Samantha naast Charlotte moest gaan zitten. Ze zette zich langzaam in beweging, boog voorzichtig haar knieën en hield haar handen boven de tafel. De houten hamersteel sloeg tegen de zitting van haar stoel. ‘Wat is dat?’ Zwarthemds ogen schoten haar kant op. ‘Sorry,’ fluisterde Charlotte. Urine vormde een plas op de vloer.
Met neergeslagen blik schommelde ze heen en weer. ‘Sorry-sorry-sorry…..’