‘Groots Met Een Zachte G in Amsterdam? Neeee…’
Guus Meeuwis begint donderdag aan zijn twaalfde reeks Groots Met Een Zachte G. Zaterdag vult hij voetbalstadion nummer 50.
Het is 21 uur na zijn bijzonder geslaagde eerste Pinkpopoptreden, als hij al weer vol adrenaline in de kleedkamer van PSV zit. In deze tijdelijke interviewruimte van zijn club, blikt Guus Meeuwis vooruit op de twaalfde reeks Groots Met Een Zachte G: vijf concerten – vanaf donderdagavond – in het PSV-stadion. Zaterdag zal hij zijn vijftigste stadionconcert geven, iets wat geen enkele Nederlandse artiest tot nu toe presteerde.
Even een dagje bijkomen van Pinkpop, toch een groot moment in zijn lange carrière, is niet nodig. „Ik heb genoten maandag, maar ook dit is weer een leuke dag. Zo’n week geeft me alleen maar energie, dit zijn allemaal finales. En, omdat ik om vijf uur optrad, lag ik al om twaalf uur in bed. Ik kon het laten bezinken en werd tevreden wakker.”
Vooral verwondering
Buiten wordt nog hard gewerkt aan het (enorme) podium en de balustrade waarover Meeuwis het hele stadion rond kan lopen. „Tja, vijftig keer… dan voel ik vooral verwondering. In 2006 was dit nog een droom. Als je me toen had gezegd dat ik hier in 2017 nog zou staan, dan had ik je voor gek verklaard. Ik ben trots dat het al zo lang goed gaat en dat mensen het blijkbaar nog steeds leuk vinden om te komen.”
Geen andere artiest kreeg die vijftig keer voor elkaar, als is dat volgens Meeuwis bij muzikanten onderling helemaal geen ding. „Qua aantal bezoekers hebben De Toppers er meer volgens mij (Guus staat op 50 maal 34.000 en totaal op 1,7 miljoen, red.), maar die worden niet geteld omdat het een collectief is in verschillende samenstellingen. Maakt het ook uit, het is niet meer dan heel erg leuk.” Dinsdag werd overigens bekendgemaakt dat er in 2018 minstens weer drie stadionconcerten in Eindhoven zullen zijn.
Of er fans alle jaren bij zijn geweest, dat weet Meeuwis niet precies. „Vast wel, maar alleen van mijn ouders weet ik het zeker. En mijn broer, maar ja, die zit in de band.” Het hele jaar is hij met de volgende ‘Groots’ bezig, maar nerveus wordt hij van het proces niet meer. Elk jaar verrassen, dat wil de Brabander wel. „Dat moet. Mensen die trouw komen kijken, wil je iets anders geven dan het jaar ervoor. Al zijn er elementen die altijd terugkomen natuurlijk. Mijn liedjes vormen de basis van de avond. Als ik 100 procent nieuw werk ga spelen, dan heb je volgens mij Kamervragen.”
Amsterdam ArenA?
Geen ‘t Dondert En ‘t Bliksemt of Brabant, is net zo ondenkbaar als dat Meeuwis het concept verplaatst naar de grotere ArenA in Amsterdam. Lachend: „Nee, nee. Dat is vloeken in de kerk en ik vind De Kuip meer rock ’n roll. Maar ik stond deze winter al in de Ziggo Dome hè? Ik speel trouwens niet graag met een dak. De buitenlucht in Eindhoven verhoogt de sfeer.”
Douwe Bob verzorgt op 8, 9, 10, 11 en 13 juni het voorprogramma, al noemt Meeuwis hem liever special guest. „In de show zijn er ook gasten, maar die mocht ik deze keer niet weten. Prima, spannend zelfs.” Dat dat helemaal verkeerd kan uitpakken en de Metro-verslaggever donderdagavond met zijn blokfluit op het podium zou kunnen staan, ach. Meeuwis denkt dat het wel goed komt. „Leuk toch als jij daar met je blokfluit staat? Dan wens ik je veel succes.”
‘Pinkpop op het goede moment’
Vooraf klonk er soms kritiek op Meeuwis’ komst naar Pinkpop, maar het werd maandag één groot feest voor jong en oud. De zanger zelf: „Ik vond het fijn dat het hele veld nog voor ik begon was volgelopen. Na twee minuten werd er bij de eerste interactie massaal gereageerd. Toen dacht ik ‘hey, dat is wel een teken’. Dat hebben we vast kunnen houden. Ik had het gehoopt en misschien ook wel een béétje verwacht. De kritiek vooraf begreep ik wel. Bij Pinkpop denk je niet als eerste aan Guus Meeuwis in de line-up. Misschien was dat ook de reden dat we het er met de organisatie tien jaar over hebben gehad. Samen hebben we maandag een glaasje champagne gedronken. Zowel de organisatie als ik en de band kregen het gevoel dat we met deze Pinkpop voor het goede moment gekozen hadden. Ik geef toe: als het dan lukt, is het toch wel lekker hoor.”