Na musical Hair zin om het Vondelpark in te duiken
Recensie: Hair • Genre: popmusical • Producent: Stage Entertainment • Gezien: première zondag 25 september, Chassé Theater Breda (volle bak, 1430 toeschouwers) • Beoordeling: 3,5 uit 5.
Vol overgave
Het enige antwoord op geweld is liefde. Dat is de mooie boodschap die de zestiger jarenhippies uit de musical Hair (1967) ons meegeven in 2016. In de jongste productie van Albert Verlinde wordt die in elk geval vol overgave gebracht, al kun je zeker aan het begin van de voorstelling meer van een theaterstorm spreken.
Regisseur Carline Brouwer en choreograaf Stanley Burleson hebben de cast nogal vrijgelaten, zo lijkt het bij dit verhaal over hippies in Central Park New York. Net zoals de groep leeft voor de vrijheid, vrije seks en liefde als dat antwoord op geweld. Het vrije spel (vooral dans waarin bijvoorbeeld de voor dans opgeleide Anouk Maas en Tommie Christiaan zich helemaal kunnen uitleven) past bij Hair, maar kan ook te ver doorschieten. Gelukkig schiet deze jonge groep met de ervaren William Spaaij (groepsleider Berger) en genoemde Maas (activiste Sheila) niet vaak uit de bocht. Soms komt de zang er even lastig uit bij de zoveelste groepsexplosie.
De wervelstorm wordt gelukkig in een prachtige vormgeving (decor, projecties, licht) ook langzamerhand een briesje. We hebben het dan ook wel over serieuze zaken als uitgezonden worden naar de oorlog in Vietnam als 19-jarige (Claud, een zeer verdienstelijk debuut van Jeffrey Italiaander, net een jaar van school). De liefde tussen Berger en Sheila wordt ondertussen haat-liefde en dat spelen Spaaij en Maas héél mooi uit. Sowieso is Spaaij als de voor vrijheid kiezende en zich tegen de maatschappij afzettende nietsnut helemaal in z’n element en dat nadat de afgelopen week twee shows werden afgelast omdat hij een keelontsteking had. Hersteld of nog net niet, op de première sloeg Spaaij zich als een ‘bezetene’ door zijn grote rol heen. Hij blijft toch maar een alleskunner.
Let The Sunshine In
De theaterbries wakkert weer aan tot het slot, Let The Sunshine In, al had het keurige premièrepubliek deze jonge hondencast best wat mogen ondersteunen door mee te klappen met dat wereldberoemde nummer. Leuke kost deze Hair voor de jonge theaterganger, herkenbare kost voor degene die de film uit 1979 zag.
Wie niet van zo’n theaterwervelstorm die begint met een enorme bak ‘hairrie’ houdt, is deze pop/rockmusical misschien wat minder geschikt. Maar over het algemeen is het Carline Brouwer met haar jeugdige cast prima gelukt, want van het wat moeilijke, gekke verhaal dat Hair nu eenmaal is valt ook een onbegrijpelijke LSD-trip te maken. En juist die LSD-trips, met hugs van de castleden voor het publiek in de zaal, zijn erg leuk geworden. Een pluim ook voor de meespelende violist van de band, Walter de Kok. Sowieso is een violist in een orkest een goeie vondst.
Dat alles maakt dat je na Let The Sunshine In zin hebt om je mobieltje even aan de kant te gooien en net als het langharig tuig van toen, lekker het Vondelpark in te duiken om te genieten van de vrijheid die zo veel mensen moeten missen.