Arjan (40) over zijn Dakar: ‘Pijn is tijdelijk’
Extreme hitte, hoogteziekte en een gebroken sleutelbeen. De 40-jarige Arjan Bos uit Bergschenhoek kreeg heel wat te verduren tijdens de Dakar Rally in Zuid-Amerika. Het besef wat er in de zwaarste auto- en motorrally ter wereld is gebeurd, komt bij hem steeds meer binnen. „Ik ben gefinisht. Hoe bijzonder die prestatie is, dringt pas echt door als je de reacties ziet van andere mensen.”
Arjan heeft 25 jaar motorcrosservaring en rijdt al een jaar of 15 ook off road. Twee jaar lang werkte hij naar de race toe. Hij werkte keihard om van 2 tot en met 14 januari mee te mogen doen aan de Dakar Rally in Paraguay, Bolivia en Argentinië op het onderdeel motorrijden. „Vanaf het moment dat je bent geselecteerd, gaat alles in een stroomversnelling. Je moet op zoek naar sponsoren en gaat als een blinde trainen. En voor je het weet, sta je aan de start. Gelukkig had ik een heel goed team dat al mijn vragen kon beantwoorden.”
Roes
De Dakar was voor Arjan een grote roes. „Je wordt twee weken lang geleefd. Je weet niet meer welke dag het is. Je staat rond 4 of 5 uur ’s nachts op, neemt een bakje spaghetti en verschijnt rond 6 uur in de ochtend aan de start van een etappe. Met maar een doel: uitrijden.”
En zo reed Arjan gedurende twee weken bijna elke dag lange stukken op zijn motor over diverse terreinen, onder allerlei omstandigheden. „In Paraguay was het bijvoorbeeld heel warm, meer dan 45 graden. En in Bolivia zaten we heel hoog en was het juist weer koud en regenachtig.”
Gebroken sleutelbeen
Ondanks alle tegenslagen lukte het hem om de rally uit te rijden. En er zat nogal wat tegen. „Mijn navigatiesysteem was stuk tijdens een etappe, ik heb aan het zuurstof gelegen omdat ik veel last had van hoogteziekte, er kwam een tak in mijn been die mijn spier raakte en op de een na laatste dag brak ik mijn linkersleutelbeen”, somt Arjan op.
Van opgeven wilde hij echter niets weten. Arjan moest en zou de Dakar uitrijden, gebroken sleutelbeen of niet. „Het was een heel lullige val, 50 kilometer voor het einde van de etappe van die dag. Maar ik heb door de pijn heen gebeten en ben naar een dokter gegaan. Niet naar een van Dakar, want als je dan te horen krijgt dat je niet meer mag rijden, lig je eruit. Dat was voor mij absoluut geen optie. Mijn motto was: pijn is tijdelijk, opgeven is voor altijd.”
Arjan ging naar een arts van het Nederlandse team en kreeg daar het advies om te stoppen, maar dat sloeg hij in de wind. Met een soort noodverband reed hij de laatste etappe uit. „Het was nog maar 65 kilometer over het terrein rijden, maar daarna moest ik nog 675 kilometer over de snelweg naar het podium in Buenos Aires. En die moest ik zelf rijden. Met pijnstillers en blik op oneindig ben ik daar aangekomen.”
Prestatie
De prestatie die heeft neergezet, dringt op dat moment nog niet echt tot Arjan door. Van de acht Nederlandse motorrijders zijn er drie gefinisht, waaronder hij dus. Van de 146 motorrijders, finishten er 96. Arjan eindigde als 83e. „Toen ik thuiskwam, drong het langzaam tot me door wat er was gebeurd. Ik kreeg bossen bloemen, kaarten, belletjes, appjes. Er zijn zoveel mensen die met mij mee hebben geleefd. Dat is echt ongelooflijk.”
Inmiddels is Arjan alweer een tijdje in Bergschenhoek. Vlak na Dakar werd hij geopereerd aan zijn sleutelbeen. „Ik had heel veel pijn na de operatie, maar gelukkig gaat het steeds beter. Ik ben aan het herstellen en vertrouw erop dat het helemaal goedkomt”, laat hij weten. Nog een keer met Dakar meedoen, ziet hij echter niet zitten. „Mijn droom was om de Dakar uit te rijden. Dat is gelukt. Ik word er denk ik ook niet gelukkig van als ik hem nog een keer uitrijd. Bovendien moet ik realistisch blijven. Ik ben zelfstandig paprikakweker en heb een jong gezin. Zo’n rally kost veel tijd en geld.” En motorrijden in het algemeen? „De komende twee maanden heb ik het wel even gehad met de motor, maar daarna gaat vast wel weer kriebelen.”
Meer weten? Op www.arjanbos.nl is alles te lezen over zijn Dakar Rally.